De invloed van procesfactoren van stomplasflens op lasvorming

2024-12-06

Wanneerbooglassen stootverbindingenMeestal wordt bepaald of er een opening moet worden gereserveerd, de grootte van de opening en de vorm van de groef afhankelijk van de dikte van de lasplaat. Wanneer andere omstandigheden constant zijn, geldt: hoe groter de afmeting van de groef of opening, hoe kleiner de lashoogte, wat equivalent is aan het dalen van de laspositie, en de smeltverhouding wordt op dit moment verminderd. Daarom kan het verlaten van een opening of het openen van een groef worden gebruikt om de grootte van de hoogte te regelen en de smeltverhouding aan te passen. Vergeleken met de groef zonder opening zijn de omstandigheden voor warmteafvoer van de twee enigszins verschillend. Over het algemeen zijn de kristallisatieomstandigheden van de groef gunstiger.

Bij het booglassen van stootverbindingen wordt meestal bepaald of er een opening moet worden gereserveerd, de grootte van de opening en de vorm van de groef afhankelijk van de dikte van de lasplaat. Wanneer andere omstandigheden constant zijn, geldt: hoe groter de afmeting van de groef of opening, hoe kleiner de lashoogte, wat equivalent is aan het dalen van de laspositie, en de smeltverhouding wordt op dit moment verminderd. Daarom kan het verlaten van een opening of het openen van een groef worden gebruikt om de grootte van de hoogte te regelen en de smeltverhouding aan te passen. Vergeleken met de groef zonder opening zijn de omstandigheden voor warmteafvoer van de twee enigszins verschillend. Over het algemeen zijn de kristallisatieomstandigheden van de groef gunstiger.

Wanneer de lasdraad naar voren wordt gekanteld, verzwakt de boogkracht het effect van het gesmolten metaal op de achterwaartse afvoer, wordt de vloeibare metaallaag op de bodem van het gesmolten zwembad dikker, neemt de smeltdiepte af, neemt de diepte van de boog die in de lasflens dringt af, wordt het boogpuntbewegingsbereik groter, neemt de gesmolten breedte toe en neemt de resthoogte af. Hoe kleiner de kantelhoek α van de lasdraad, hoe duidelijker dit effect is. Wanneer de lasdraad naar achteren wordt gekanteld, is de situatie omgekeerd. Bij het lassen met lasstaven wordt meestal de elektrische achterwaartse kantelmethode gebruikt, waarbij de kantelhoek α tussen 65° en 80° ligt.


X
We use cookies to offer you a better browsing experience, analyze site traffic and personalize content. By using this site, you agree to our use of cookies. Privacy Policy